Over het stuk
In de dertiger jaren genoten de kwakzalvers veel meer aanzien dan de gediplomeerde volgelingen van Hippocrates. De jonge dokter Steven Martens komt na een mislukte start te Brussel zijn geluk beproeven op het platteland. Daarom gaat hij zijn familielid Manten Boone eens polsen. Die kan er Steven van overtuigen zich te vestigen als wonderdokter of kwakzalver gezien het geloof in ‘echte’ dokters zeer gering is. De dokter bouwt een uitstekende praktijk op en burgemeester Petrus Verkarre is er als de kippen bij om zijn dochter Margriete aan te prijzen. Manten Boone ziet hier brood in en ondersteunt haar kandidatuur. Hij ziet kozijn Steven reeds als toekomstig burgemeester. Maar Steven heeft echter zijn oog laten vallen op Manten’s dochter Thea, tot groot ongenoegen van Manten zelf. Om Manten terwille te zijn besluit dokter Steven dan toch om Margriete te huwen. Hij deelt zijn keuze mee aan Thea die uiteraard erg is aangeslagen. Maar na enige tijd krijgt hij wroeging en komt hij op zijn stappen terug. Steven is het bemoeizieke gedrag van Manten meer dan beu en besluit op eigen vleugels te vliegen. Dit komt zijn zelfvertrouwen ten goede en kiest alsnog voor Thea. Heel even zorgt een aanklacht tegen dokter Steven Martens voor het zogenaamd “onwettig uitoefenen van de geneeskunde” nog voor enige opschudding, maar hij blijft overeind. De onverwachte kansen om kwakzalver Dokus en kozijn Manten te genezen grijpt hij met beide handen en leidt ondermeer tot zijn erkenning en waardering als “echte dokter”.
Uiteindelijk weet dokter Steven Martens zijn liefde voor Thea te bezegelen in een huwelijk ditmaal wel met volledige instemming en goedkeuring van kozijn Manten.