Over het stuk
De gebroeders Sef, Bolle en Jerome Bustels, drie verstokte vrijgezellen, wonen samen met hun neef Alfons en huishoudster Zulma in het ouderlijk huis.
Bolle raakt verliefd op Zulma en neef Alfons blijkt verliefd op een zekere Florette. Hij komt ze voorstellen aan de drie broers. Florette zingt in de bar “ den Groenen Engel “ en dat zint Sef niet. Hij trekt met voorzitter François van de “Bond ter opstanding van de gevallen meisjes “ naar de bar om Florette op het rechte pad te brengen. Sef ontmoet er het animeermeisje Titi. Tevergeefs, want Titi wordt bij het zien van Sef smoorverliefd op hem. In het geheim bezoekt Sef regelmatig “ den Groenen Engel “ om eigenhandig de meisjes op het goede spoor te brengen.
Jerome heeft ondertussen een oogje laten vallen op Philomène, de zus van de voorzitter.
De drie broers zijn nu verliefd en willen eens de bloemetjes buiten zetten.
Nietsvermoedend en van elkaar niets afwetend trekken ze naar het verkleed bal in “ den Groenen Engel “ Het gaat er vrolijk, zelfs buitengewoon vrolijk aan toe, tot op het moment dat Florette en Titi vechten om hetzelfde been. Er ontstaat een hevige ruzie, waarbij iedereen er genoeg van heeft en terug naar huis gaat. s ‘Anderendaags komt de grote ontnuchtering als ze hun wedervaren vertellen van de avond voordien en vastellen dat ze er alledrie aanwezig waren. Gebukt onder schaamte en met een zere kop eindigt het verhaal ...